Lichaamsvet heeft hele belangrijke functies in ons lichaam. Het is onze grootste energiebron en maakt honderden verschillende hormonen aan. De vetcellen (adipocyten) in ons lichaam zijn een soort kleine ballonnetjes, waarin vet wordt opgeslagen. Het lichaamsvet bestaat uit 10 tot 20 miljard van deze ballonnetjes (bij een gezond gewicht). Ze zijn rekbaar en kunnen zich volzuigen met vet. Als je aankomt vullen deze ballonnetjes zich met meer vet, waardoor ze in volume toenemen. Als je afvalt nemen de ballonnetjes in volume af. Ieder jaar sterft 10% van de vetcellen af en worden in hetzelfde tempo vervangen door nieuwe vetcellen. Helaas kan je de vetcellen nooit verliezen. Als hij er eenmaal is, blijft hij. Vetcellen hebben een geheugen, die ernaar streven om het volume terug te krijgen als je deze bent verloren. Het geeft dan signaaltjes naar de hersenen om hiervoor te zorgen. Als er zoveel vet wordt opgeslagen dat je vetcellen het niet meer aankunnen, gaat het vet naar de andere organen, zoals de lever. Daar kunnen dan vervolgens onstekingen ontstaan.
De ene persoon heeft meer vetweefsel dan de ander en er is ook een verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen hebben van nature een hoger vetpercentage dan mannen. Vrouwen hebben dit vet onder andere nodig voor de ovulatie en bescherming van de baarmoeder. Vrouwen hebben ook een hoger vetpercentage omdat borstweefsel voornamelijk uit vet bestaat. Het gemiddelde vetpercentage van vrouwen ligt tussen de 25 - 31%, bij mannen is dat 18 - 25%.
De verhouding tussen de geslachtshormonen testosteron (mannelijk) en oestrogeen (vrouwelijk) bepaalt op welke plek de vetcellen zich voornamelijk volzuigen. Bij vrouwen die nog niet in de overgang zijn, regelen oestrogenen dat voornamelijk de vetcellen op de heupen het vet opnemen. Een daling in de oestrogeenspiegels na de overgang leidt tot een andere vetverdeling met meer vetopslag op de buik. Ook een daling in testosteronspiegels bij oudere mannen zorgt voor meer vetopslag in de buik. Daardoor krijgen veel mannen op latere leeftijd een buikje. Hoe ouder je bent, hoe hoger het vetpercentage. Dit is deels ook door minder lichaamsbeweging naarmate we ouder worden. Hierdoor hebben we minder spiermassa en zal ook de stofwisseling dalen. Een hoog vetpercentage kan leiden tot een te hoog cholesterolgehalte en een verhoogde bloeddruk. Op langer termijn wordt de kans op beroerte of hartziekte flink vergroot. Ook kan een hoog vetpercentage bij de man zorgen voor een erectiestoornis.
Het lichaam bevat verschillende soorten vet, wat maakt dat niet alle vetopslag in het lichaam slecht is. Wist je dat het lichaam 6 verschillende soorten lichaamsvet bevat, die allemaal hun eigen functie hebben?
Essentiële vetzuren
Deze vetten zijn essentieel voor het lichaam. Ze beschermen tegen hart- en vaatziekten en verlagen cholesterol. Essentiële vetzure zijn omerga 3 en omega 6. Je lichaam kan deze vetzuren niet allemaal zelf aanmaken. Je krijgt deze voornamelijk door middel van voeding of suplementen binnen. Omega 3 vetzuren haal je uit: visolie, plantaardige oliën, vette vis, lijnzaad en walnoot. Omega 6 vetzuren kun je vinden in plantaardige oliën zoals sojaolie of zonnebloemolie, margarine en pinda.
Bruin vet
Bruin vet bestaat uit een aantal kleine vetdruppels en een grote hoeveelheid mitochondriën (het onderdeel van een cel wat voor energie zorgt). Ieder mens heeft bruin vet, maar niet ieder mens heeft even veel bruin vet. Zowel de hoeveelheid als de activiteit wordt bepaald door leeftijd en lichaamsgewicht. Uit onderzoek is gebleken dat leeftijd een grote rol speelt in de hoeveelheid en de activiteit van bruin vet. In plaats van calorieën vasthouden, verbranden bruine vetcellen ze juist. Deze vetcellen zetten ons vet om in energie en warmte om ons lichaamstemperatuur op peil te houden, maar ze kunnen ook de slechte witte vetcellen verbranden. Hoe meer bruin vet je hebt, hoe meer calorieën je verbrandt. Hoe zwaarder je bent, hoe minder bruine vetcellen je hebt. Bruin vet kan je extra verbranden als je jezelf regelmatig blootstelt aan extreme kou. Een studie laat zien hoe snel het verbranden van bruin vet gaat, mits de blootstelling aan kou tegelijk plaatsvindt met lichaamsbeweging. Je verbrandt dus calorieën terwijl je je lichaamstemperatuur probeert te herstellen. Een echte fat-killer dus. Je krijgt bruin vet door goed en voldoende te slapen. Melatonine (het stofje wat ervoor zorgt dat je slaperig wordt) stimuleert de productie van bruin vet. Bruin vet bevindt zich vooral op de essentiële plekken, zoals bij de hoofdslagaders, het zenuwstelsel en het hart.
Wit vet
Wit vet bestaat voornamelijk uit een grote hoeveelheid vetdruppels en een stuk minder mitochondriën. Wit vetweefsel is de grootste reserve energievoorraad in ons lichaam, houdt ons warm van binnen en produceert leptine. Zodra we te veel eten zorgen deze vetcellen voor de vetopslag, vooral rond je heupen en je buik. Deze witte vetcellen zijn ongezonde vetten, die we kunnen omzetten in bruine vetten door regelmatig intensief te bewegen.
Beige vet
Deze vetcellen liggen tussen de witte vetcellen. Wanneer je lichaam extra warmte nodig heeft, kunnen de witte vetcellen in beige vetcellen veranderen, die de bruine vetcellen kunnen helpen.
Onderhuids vet (subcutaan vet)
De laag onderhuids vet zorgt voor isolatie van je lichaam. Het bestaat uit bruine, witte en beige vetcellen en ligt net onder de huid, waardoor het het ook goed zichtbaar is. Hoe meer je hebt, hoe voller je bent. Dit is het vet dat we als eerste verliezen wanneer we afvallen.
Visceraal vet
Ook dieper in ons lichaam in de buikholte wordt er vet opgeslagen. Het visceraal vet wordt ook wel orgaanvet genoemd, omdat het zich rondom je organen bevindt. Dit is niet ongezond zolang dit niet te veel is, omdat het je organen beschermt. Zodra je te veel visceraal vet hebt, kan het je lichaam negatief beïnvloeden. Over het algemeen slaat je lichaam visceraal vet eerder op dan onderhuids vet.
Ons lichaam gebruikt grofweg ingedeeld twee soorten brandstof, namelijk suikers en vetten. Vet is belangrijk voor het lichaam, het is de belangrijkste brandstof voor de meeste organen. Dit omdat vetten de meeste energie opleveren als ze worden verbrand. Dit is een van de redenen waarom we van vet dus genoeg hebben. En daarom is ons lichaam ook zuinig op de vetvoorraad. Vet is niet alleen de meest waardevolle brandstof, het heeft ook andere onmisbare functies. Zo worden onze lichaamscellen omsloten door een laagje vet en vormt vet het omhulsel van onze zenuwbanen, zodat de zenuwen snel hun signalen kunnen doorgeven en we snel kunnen denken en bewegen. Kortom vet fungeert als isolatie, beschermlaag, bouwstof en energiereserve.
In ons lichaam bevindt het vet zich op meerdere plaatsen. Een beperkte hoeveelheid vetten en suikers bevinden zich in ons bloed, klaar om op ieder willekeurig moment te worden opgenomen door onze organen. De vetten en suikers in je bloed wordt dan ook continu opgenomen door onze organen en wordt weer aangevuld wanneer we eten. Aangezien ons lichaam draait op twee soorten brandstof, hebben we ook twee soorten brandstofvoorraden; namelijk een voor suikers en een voor vetten.
Hoeveel vet je lichaam opslaat is afhankelijk van meerdere verschillende factoren, waarvan de belangrijkste "calorieoverschot" is. Een calorieoverschot betekent dat je lichaam meer energie (calorieën) binnenkrijgt, dan je verbruikt. Deze overgebleven energie wordt dan omgezet en opgeslagen als lichaamsvet. Deze opgeslagen vetten worden door het lichaam ingezet als energie in periodes dat er een tekort of extra behoefte aan is. Maar wanneer je consistent meer calorieën tot je neemt dan je verbruikt, stapelt het vet zich op naar ongezonde waardes. Waar dit het meest wordt opgeslagen is grotendeels bepaald door onze genen, maar ook door verschillende hormonen. Zo kan te veel cortisol (stresshormoon) leiden tot meer buikvet en zorgt oestrogeen voor meer vet op je billen en benen en borstvorming bij mannen. Voor deze gebieden zou het een uitkomst zijn als je plaatselijk vet zou kunnen verbranden. Dus dat je door bijvoorbeeld eindeloos veel buikspieroefeningen te doen een platte en strakke buik zou krijgen. Maar helaas, waar jouw lichaam als eerste energie in de vorm van vet vandaan haalt om te gebruiken als enrgie is willekeurig en bij een ieder anders. Dit is ook het geval bij waar overtollig vet wordt opgeslagen.
Wanneer je aankomt, vinden er twee gebeurtenissen plaats: de vetcellen op de heupen en de rest van het onderlichaam nemen in aantal toe, terwijl de vetcellen rond de middel in grote toenemen.
Wanneer je vet wilt verbranden ben je vaak geneigd een crashdieet te volgen. Hiermee raak je helaas het ongezonde witte vet en visceraal vet juist niet kwijt. Sterker nog, uit onderzoek is gebleken dat je lichaam door een crashdieet juist beter wordt in het opslaan van visceraal vet! Laat je niet misleiden door de weegschaal tijdens een crashdieet, want dit is voornamelijk vocht, verbranding van spieren en subcutaan vet.
Iedereen heeft visceraal vet. Visceraal vet is een gelachtig vet dat zich in de buikholte bevindt en de organen omringt en beschermt tegen stoten van buitenaf. Dit vet wordt echter een probleem als je er te veel van hebt.
Viseraal vet is een van de twee soorten buikvet die er bestaan:
- Onderhuids buikvet (subcutaan vet)
Dit vet zit tussen je buikspieren en je huid. Je kunt het vastpakken.
- Visceraal buikvet
Dit vet zit onder je buikspieren, in je buikholte. Je kunt het niet vastpakken.
Als je te veel visceraal vet hebt ziet je buik er opgeblazen uit, omdat het vet de buikwand naar buiten drukt. De buik voelt hard aan, omdat het vet zich onder de buikspieren bevindt.
Visceraal vet is het gevaarlijkste vet in je lichaam als je er te veel van hebt. Overtollig visceraal vet voert niet alleen druk uit op de buikwand, maar ook op de organen zoals je lever, maag, darmen en nieren. Wat visceraal vet nog meer gevaarlijk maakt, is dat het ontstekingsroutes kan veroorzaken en de hormonale functies van het lichaam verstoort. Het maakt hormonen aan die de vetverbranding verstoren en ervoor zorgen dat je nog meer vet opslaat. Verder beïnvloedt het je energie, eetlust en gewicht. In feite werkt het, omdat het in staat is om zo'n grote impact op het lichaam te hebben bijna als een orgaan op zich.
Als je te veel visceraal vet hebt, loop je een groter risico op ernstige aandoeningen zoals:
- een hartaanval
- een hoog cholesterol
- seksuele disfunctie
- diabetes
- insuline resistentie
- slaapproblemen
- dyslipidemie (afwijking in de stofwisseling van vetten)
- dementie
- alzheimer
- depressie
- een beroerte
- borst- en darmkanker
Onderzoekers vermoeden dat dit komt doordat visceraal vet bepaalde ontstekingsbevorderende stoffen afgeeft, die via de poortader in de lever komen. Daar richten ze schade aan door je insulinegevoeligheid en vetmetabolisme aan te tasten.
De ene persoon heeft meer visceraal vet dan de ander. Iemand kan dus slank lijken, maar van binnen vol zitten met visceraal vet. Dus ondanks deze persoon "gezond" lijkt, kan hij of zij alle gezondheidsnadelen van visceraal vet ervaren. Deze personen worden TOFI (Thin on the Outside, Fat on the Inside) genoemd.
Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op het toenemen en afnemen van visceraal vet:
- genen
- hormonen
- leeftijd
- gewicht bij de geboorte
- dieet
- alcoholgebruik
Visceraal vet ontstaat met name door een algehele ongezonde leefstijl. Het is een samenloop van een aantal factoren. Je kunt dit onder andere meten door je tailleomtrek op te meten. In het onderstaand tabel zie je de waarden.
Hoe kan je ervoor zorgen dat je minder visceraal vet aanmaakt, opslaat of dat je visceraal vet verbrandt?
- verminder of stop de inname van suiker en geraffineerde koolhydraten
- eet meer niet-zetmeelrijke groenten, vetten en eiwitten
- sport / beweeg regelmatig
- verminder stress
- geef prioriteit aan goed slapen
Wanneer ons lichaam de energievoorraad in het vetweefsel aanspreekt, wordt deze in een klein beetje water en CO2 omgezet. De CO2 die vrijkomt bij het verbrandingsproces verlaat ons lichaam via de ademhaling, het water via urine, zweet en ook de ademhaling.
De vetmoleculen (tryglyceriden) worden door middel van een complex syteem genaamd "vetzuurstofwisseling / lipidenmetabolisme" opgebroken in glycerol en vetzuren, die als energiebron dienen. Dit proces heeft zuurstof nodig waar de longen weer voor zorgen. Deze stoffen worden via het bloed opgenomen door de lever, de nieren en de spieren. Het breken van de chemische verbinding waaruit vet bestaat zorgt voor energie, en wat overblijft is water en CO2. Als je 10 kilo vetmassa verliest, dan verlaat zo'n 8,4 kilo massa het lichaam via de longen als CO2 en 1,6 kilo als water. Daarom is het heel erg belangrijk om goed te ademen tijdens het sporten, vooral uitademen.
Waanneer je lichaam gebruik maakt van de energievoorraad in het vetweefsel, ben je niet verlost van de vetcellen. Het totaal aantal vetcellen blijft gelijk, ze zullen alleen in volume afnemen. Als je meer eet dan nodig, zullen deze cellen zich opnieuw vullen.
Bij vrouwen krijg je onder de 13% vet kans op schade aan de baarmoeder en eierstokken, wat ervoor kan zorgen dat de vruchtbaarheid sterk vermindert. Bij mannen is een negatief gevolg voor de vruchtbaarheid ook gemeten, maar dit risico is het sterkst verhoogd onder de 3%. De vruchtbaarheid heeft dan wel een grotere kans om te herstellen dan die van de vrouw, mits het lichaamsvet weer toeneemt. Rond de 3% is overigens wel het percentage wat het meest wordt gezien bij mannelijke wedstrijdbodybuilders.
Vet is een orgaan dat honderden verschillende hormonen aanmaakt, waaronder Leptine. Leptine is een ontzettend belangrijk hormoon! Dit hormoon wordt door de vetcellen gebruikt om te communiceren met de hersenen, waardoor je eetlust wordt geremd.
De combinatie extreem veel sporten en weinig eten maakt dat je meer vet verbrandt dan goed voor je is. Je vetcellen maken door het tekort aan vet te weinig leptine aan. Dit kan er bij vrouwen voor zorgen dat ze niet meer ongesteld worden of onvruchtbaar raken. Dit zie je onder andere bij bodybuilders en dames met een eetstoornis.
Leptine is ook belangrijk voor het immuunsysteem. Als je lichaamsvetpercentage te laag is en dus te weinig leptine aanmaakt, kun je ziek worden van onschuldige virussen, bacteriën en schimmels. Dit komt omda thet afweersysteem er dan niet meer tegen bestand is.
Mensen met meer vet in hun vetcellen maken dus meer van het verzadigingshormoon leptine aan. Je zou dan verwachten dat ze daardoor minder eetlust hebben en dus uiteindelijk slanker worden. Dir is echter niet het geval. De ontvanger in je hesenen van dit hormoon is in dit geval minder gevoelig geworden voor het hormoon, doordat het lang een overschot heeft gehad. Dit is een van de oorzaken waardoor mensen met obesitas niet voelen dat ze genoeg hebben gegeten.